
Historiek
Brede School in Nederland ontwikkelde zich begin jaren negentig. In verschillende steden (Rotterdam: Brede School; Groningen: Vensterschool, Nijmegen: wijkschool) ontstonden samenwerkingsverbanden rond scholen. Achterstandsbestrijding vormde de aanleiding, verschillende organisaties hadden nood aan een intensievere samenwerking om uitdagingen het hoofd te bieden. Verschillende andere gemeenten volgden met soortgelijke initiatieven.
In 2000 ontwikkelde het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een beleidsnota brede scholen. In deze beleidsnota werd benadrukt dat brede school een netwerk is van onderwijs, welzijn en zorg voor kinderen en hun ouders. Het beleid schreef een belangrijke rol toe aan de lokale overheid bij de ontwikkeling van brede scholen en de overheid zette in op het ondersteunen van de ontwikkeling van brede scholen via het gericht inzetten van beschikbare instrumenten.
In 2007 werd een impuls voor brede scholen, sport en cultuur gegeven. In dit akkoord werd de intentie ondertekend om met een meer gebundelde inzet van geldstromen te komen tot grotere samenhang in het aanbod van onderwijs, sport, cultuur en buitenschoolse opvang. In 2008 werd gestart met combinatiefuncties.
Evoluties in Nederland
Verschillende maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen worden in verband gebracht met Brede School.
Krimpregio's
Een aantal regio's in Nederland wordt geconfronteerd met ontgroening en vergrijzing. Dit resulteert in een demografische krimp, wat druk zet op scholen, omdat ze beneden de opheffingsnorm komen en kleine voorzieningen hebben het moeilijk om kwaliteit te waarborgen. Dit leidt tot het inzetten op samenwerking als een kans om de voorzieningen overeind te houden.
Nieuwe tijden in onderwijs en opvang
In 2009 werd een werkagenda opgestart met betrekking tot nieuwe tijden onderwijs en opvang. Er werden modellen voor andere schooltijden ontwikkeld: het vijf-gelijke-dagenmodel, het bioritme-model, het 7-7 model of integraal kindcentrum.
Vijf-gelijke-dagen-model | Bioritmemodel | Integraal kindcentrum |
---|---|---|
|
|
|
Verlengde dagarrangementen en combinatiefunctionarissen
De verlengde dagarrangementen ontstonden in 2002. Het dagarrangement is een samenhangend en op elkaar aansluitend aanbod tussen 7.30u en 18.30u dat de basisschool, buitenschoolse opvang en andere welzijns- of vrijetijdsorganisaties samen verzorgen voor alle kinderen van een school of een wijk. Het heeft een drieledige doelstelling: opvang, rust en een toegankelijk vrijetijdsaanbod en vormt een onderdeel van brede school. Aansluitend bij de dagarrangementen zijn er ook combinatiefunctionarissen en bijbehorende projectsubsidies.
Integrale kindcentra (IKC)
Om onderwijs en kinderopvang dichter bij elkaar te brengen en beter op elkaar af te stemmen ontwikkelde zich de integrale kindcentra. IKC is een voorziening waarin professionals met uiteenlopende achtergronden vanuit één organisatie werken aan de ontwikkeling van kinderen van 0-12 jaar. Een kindcentrum voldoet aan volgende kenmerken:
- Eén visie
- 0-12 jaar
- Breed aanbod (onderwijs, opvang, zorg, sport, spel)
- Hele dag, het hele jaar door.
- Eén team, één organisatie
- Eenduidige communicatie met ouders
Doorgaande lijn (Veeke, e.a. 2009 Veeke, I., Bertu, M., Elenbaas, A., Krom, D., van der Maas, M., Spliethoff, F. & Wolters, J. (2009). Een doorgaande lijn 0-13 jaar: denken in ketens. 's-Hertogenbosch: KPC Groep. )
Kinderen bewegen zich in tal van omgevingen: thuis, de buurt, onderwijs, opvang, ... Opvang en onderwijs zijn geen gescheiden werelden: ze zijn beide gericht op de ontwikkeling van het kind. In de doorgaande lijn heeft men aandacht voor de ononderbroken ontwikkeling van kinderen, zodat ze hun talenten kunnen ontplooien in verschillende omgevingen. Door samenwerking (zoals binnen een brede school) te bevorderen tussen verschillende partners kan een optimale doorgaande ontwikkeling gerealiseerd worden voor kinderen.
Een doorgaande lijn legt idealiter verbindingen op ieder niveau: op niveau van de professional zelf, de teams (van kinderopvang, ...), management, directie en bestuur. Vooral de overgangen tussen verschillende omgevingen zijn belangrijk (van opvang naar school, maar ook van het voorschoolse naar de school, ...)
Verschijningsvormen Brede School in Nederland
Het landelijk Steunpunt Brede Scholen (Van den Berg, Bakker, Toes & Studulski, 2011 Van den Berg, T., Bakker, P., Toes, E. & Studulski, F. (2011). Verschijningsvormen Brede Scholen 2011. Den Haag: Landelijk Steunpunt Brede Scholen. ) brengt op regelmatige basis de ontwikkeling van Brede School in Nederland in kaart. Het doel is het inzicht geven in trends, knelpunten en ontwikkelingen. Het aantal brede scholen evolueerde sterk, van 450 in 2001 tot 1200 in 2009. Er is ook een evolutie vast te stellen in de soort brede scholen die zich ontwikkelen. Brede School is ook een lokaal verhaal, de omgeving, inzichten, veranderende onderwijs- en jeugdbeleid hebben allemaal een invloed op de vorm die brede school krijgt.In volgende tabel vind je een overzicht van de verschillende vormen van een Brede School die beschreven worden (Van den Berg, Bakker, Toes & Studulski, 2011 Van den Berg, T., Bakker, P., Toes, E. & Studulski, F. (2011). Verschijningsvormen Brede Scholen 2011. Den Haag: Landelijk Steunpunt Brede Scholen. ).
Meer Info
- Powerpointpresentatie: Brede School, recente ontwikkelingen in Nederland
- Landelijk Steunpunt Brede Scholen
- Sardes
- Landelijk Steunpunt Brede Scholen (2011). Verschijningsvormen Brede Scholen 2011. Den Haag: Landelijk Steunpunt Brede Scholen.
- Studulski, F. & Peterink, S. (red). (2012). Nieuwe trends in brede scholen en kindcentra. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
(april 2014)