Waarom Brede School?

Brede School vond ongeveer 10 jaar geleden zijn weg naar Vlaanderen en Brussel. Het concept verspreidde zich vanuit Zweden, Nederland en het Verenigd Koninkrijk en werd door scholen en andere organisaties aangegrepen als mogelijk antwoord op de toenemende maatschappelijke complexiteit.

Scholen en organisaties worden geconfronteerd met een toenemende diversiteit op etnisch, sociaal, cultureel, … vlak. De maatschappij is meer en meer complex. Wijken, scholen, jeugdhuizen, … worden in een lokale context geconfronteerd met specifieke problemen waarop ze niet elk individueel een antwoord kunnen bieden. De draagkracht van organisaties en scholen komt bijgevolg sterk onder druk te staan. Wat op school gebeurt kan niet gescheiden worden van de omgeving: familie, gemeenschap en de buurt.

Een antwoord daarop is het vormen van samenwerkingsverbanden. Dit blijkt meer en meer belangrijk te zijn: de maatschappelijke (vaak grootstedelijke) context is enorm ingewikkeld. Die complexiteit maakt het nodig om vanuit verschillende invalshoeken samen te werken en zo uitdagingen in de samenleving aan te gaan. Door samenwerking worden problemen efficiënter, economischer en effectiever aangepakt. Sociale ongelijkheid en achterstelling aanpakken, situeert zich immers op verschillende terreinen die elkaar raken: onderwijs, welzijn, gezondheid, … (

).

De term ‘samenwerkingsverband’ is wellicht te technisch om het levende karakter van een Brede School weer te geven. Eigenlijk spreken we over een bondgenootschap of netwerk tussen alle domeinen die de leefwereld van kinderen kunnen verrijken en beïnvloeden: leren, spelen, sporten, musiceren, ...  alles wat bijdraagt tot hun ontwikkeling op school en in de vrije tijd kan deel uitmaken van het netwerk. De Brede School creëert zo een sterk sociaal weefsel waardoor snel kan ingespeeld worden op (snel veranderende) lokale noden en behoeften.

Diverse sectoren bundelen hiervoor de krachten: welzijn, jeugd, cultuur, sport, onderwijs, … Vertrekpunt zijn de kinderen en jongeren: hun gezondheid, veiligheid, toekomst, talentontwikkeling, plezier én maatschappelijke participatie staan centraal. Vanuit deze gedeelde motivatie vinden alle partners in het netwerk, via een integrale benadering, elkaar en versterken ze hun werking.

To the doctor, the child is a typhoid patient; to the playground supervisor, a first baseman; to the teacher, a learner of arithmetic. At times, he may be different things to each of these specialists, but too rarely he is a whole child to any of them. (

)

Centraal hierbij staat het ontwikkelen van competenties en het creëren van ontwikkelingskansen. Meer en meer wordt erkend dat kinderen en jongeren ook buiten de school en op tal van terreinen leerervaringen opdoen. Het leren en ontwikkelen van kinderen en jongeren wordt versterkt door aandacht te hebben voor zowel het formele als het informele leren. Dit is belangrijk om kinderen en jongeren krachtiger te maken om hun weg te vinden in een samenleving die steeds meer eisen stelt.